‘Het levert zoveel tijd op met het kind’
Ervaringen uit eerste hand
“Wow, hier heb je wat aan!” Dat is wat Charissa van Tintelen dacht bij haar eerste kennismaking met de leergang WegwijsInGedrag. En eerlijk is eerlijk, ze was wat sceptisch. “Als leerkracht PO doe je vaak mee aan studiedagen, waar je soms het gevoel hebt dat je niks leert. Ik had mijn tas met nakijkwerk al ingepakt, voor het geval dat. Maar die heb ik niet nodig gehad.”
Ondanks haar aanvankelijke twijfels, zag Charissa direct in dat WegwijsInGedrag daadwerkelijk oplossingen bood. “Dit is anders dan een theorielesje over gedrag van kinderen”, zegt ze. “Het ging in de eerste plaats over jezelf. Hoe sta je in de klas, hoe ben je hier aanwezig?”
Begrip voor het kind begint bij jezelf
Die ervaring onderschrijft Fabienne Weerts. Ook zij is leerkracht in het basisonderwijs en volgde ook de leergang. “Het breekt ook echt iets open over ‘wie ben ik als leraar’ en ‘hoe sta ik in het leven’”, vindt Fabienne. “Het doet ook iets met jezelf. Voor sommigen is het makkelijk om alleen factoren van buitenaf mee te nemen, niet naar jezelf te kijken. Dit vraagt ook echt verandering.”
Fabienne had voor de leergang al veel interesse bij kinderen die, zoals ze zelf zegt, ‘buiten de paadjes lopen’. “Daarom sprak deze leergang mij aan, ik wil me daar verder in verdiepen. Ik was altijd al bezig om het systeem rond een kind in kaart te brengen. Bij Wegwijs In Gedrag komen alle verschillende componenten van het kind bijeen. Na de introductie was ik meteen overtuigd.”
Van primair naar voortgezet
Niet alleen in het basisonderwijs kan Wegwijs In Gedrag een belangrijke rol spelen. Ook in het voortgezet onderwijs zijn de technieken van belang, zo weet Tjoerd Zweije. Hij is sinds anderhalf jaar zelfstandig onderwijsadviseur en was daarvoor leraar op het vmbo. Net als Fabienne zag hij meteen dat Wegwijs In Gedrag hem in zijn werk kon helpen.
“Het gaat om het kijken vanuit meerdere perspectieven en vanuit daar kun je ook het OntwikkelingsPerspectiefPlan (OPP), zoals het TOP-dossier inrichten”, vat Tjoerd samen. “In het onderwijs is enorme behoefte aan op andere manier met elkaar omgaan. Minder kijken naar wat er níet kan. We moeten juist meer kijken naar de gehele situatie van het kind en zoeken naar achterliggende redenen van het gedrag.”
‘Mijn manier van praten is anders’
Alledrie zijn ze hun werk na de leergang op een andere manier gaan inkleden. “De leergang maak je zachter”, zegt Charissa. “Ik weet dat het goed is om soms even een pauze te nemen en vanuit een andere invalshoek te bekijken wat de leerling laat zien.” Tjoerd beaamt dat en merkt dat hij meer vragen stelt, in plaats van dingen aan te nemen. “Mijn hele manier van praten is anders geworden”, geeft hij toe.
“Ik gebruik veel vaker zinnen als ‘ik heb het vermoeden dat’ of ‘ik voel dat…herken je dat?’ Het is veel meer vragend en samen zoekend naar puzzelstukjes, dan alleen vanuit mijn eigen aannames te reageren. Je krijgt inzicht in hoe ontzettend aanwezig en vertroebelend die aannames zijn. Ze beïnvloeden je waarneming. En – nu druk ik me mild uit – niet alleen ten goede.”
Woorden geven aan wat je doet
Omdat de hele context van een kind in kaart wordt gebracht bij de werkwijze van Wegwijs In Gedrag, komt ook de omgang met de ouders van het kind ruimschoots aan bod. “Dat was wel een eye-opener”, vindt Fabienne. Fabienne zorgt er nu niet alleen voor dat kinderen meer gehoord worden, maar dat dat ook geldt voor ouders. “Je leert in oudergesprekken echt het gesprek met ouders aan te gaan. Dan geef je aan: ‘ik heb je nodig’. Dan investeer je soms twee of drie uur in de ouders. Maar dat betaalt zich ruimschoots terug. Het levert weer zoveel tijd op met het kind.”
Twee jaar nadat ze de cursus heeft gedaan, merkt Charissa dat ze er nog steeds beter in wordt. En zelfs als er iets niet werkt, dan heeft Wegwijs In Gedrag in ieder geval de vaardigheid gegeven om dat effectief te evalueren. “Ik ervaar dat ik woorden kan geven aan wat ik doe. Je kunt het met theorie onderbouwen. En zelfs als er niet direct een oplossing is, dan helpt het vaak nog steeds om met het kind in gesprek te gaan.”